Wat er anders is als hulpbedieningstoegang actief is op de iPad
Hulpbedieningstoegang-apps zijn aangepast om ze toegankelijk te maken voor mensen met een cognitieve beperking, en hebben grotere tekst en symbolen, prominenter gepresenteerde functies en aanpasbare opties. Bovendien werken sommige functies in hulpbedieningstoegang anders dan daarbuiten. Op deze pagina worden enkele belangrijke kenmerken van hulpbedieningstoegang uitgelegd.
Toegangsbevoegdheden van apps
Om het aantal pop-ups tijdens het gebruik van de iPad te beperken, vragen apps niet om toestemming om toegang te krijgen tot informatie zoals locatie, foto's en contacten. In plaats daarvan heb je de mogelijkheid om toegangsbevoegdheden voor apps in te stellen wanneer je hulpbedieningstoegang configureert. Om de toegangsbevoegdheden van een app te controleren of te wijzigen, moet je hulpbedieningstoegang stoppen en in Instellingen op 'Toegankelijkheid' > 'Hulpbedieningstoegang' tikken of in Instellingen op '[appnaam]' tikken. Je moet hulpbedieningstoegang ook stoppen en teruggaan naar Instellingen om nieuwe software-updates te installeren, aangezien er in hulpbedieningstoegang geen Instellingen-app is en er geen meldingen worden weergegeven die aangeven dat er een update beschikbaar is.
Privacy- en apparaatinformatie
Bepaalde privacy-informatie van apps, statussymbolen en andere symbolen zijn niet in hulpbedieningstoegang beschikbaar, waaronder symbolen voor de netwerkbeschikbaarheid, de vliegtuigmodus, Focus, Bluetooth® en het gebruik van locatievoorzieningen door een app of website. Je kunt hulpbedieningstoegang stoppen om deze informatie te zien.
Oproepen en berichten
Wanneer je de Oproepen-app configureert voor hulpbedieningstoegang, kun je aangeven of je inkomende oproepen wilt toestaan van iedereen, van alle contactpersonen in de Contacten-app of alleen van geselecteerde contactpersonen. Als je alleen oproepen toestaat van de contactpersonen in de Contacten-app of van specifieke contactpersonen, moet je hulpbedieningstoegang stoppen om oproepen te kunnen ontvangen van anderen dan de toegestane contactpersonen. Voor uitgaande oproepen moet je de contactpersonen selecteren die mogen worden gebeld. Je moet hulpbedieningstoegang stoppen als je iemand wilt bellen die niet in de lijst met geselecteerde contactpersonen staat.
Wanneer je de Berichten-app configureert voor hulpbedieningstoegang, kun je aangeven of je inkomende berichten wilt toestaan van iedereen, van alle contactpersonen in de Contacten-app of alleen van geselecteerde contactpersonen. Als je alleen berichten toestaat van de contactpersonen in de Contacten-app of van specifieke contactpersonen, moet je hulpbedieningstoegang stoppen om berichten te kunnen ontvangen van anderen dan de toegestane contactpersonen. Voor uitgaande berichten moet je de contactpersonen selecteren aan wie berichten mogen worden gestuurd. Je moet hulpbedieningstoegang stoppen als je een bericht wilt sturen naar iemand die niet in de lijst met geselecteerde contactpersonen staat.
Opmerking: De optie om oproepen en berichten van iedereen te ontvangen, is beschikbaar in iPadOS 17.1 en nieuwer.